Pieter deed alsof hij heel zelfverzekerd was en hij reageerde bijna op alles wat klasgenoten zeiden en hij vond ook overal wat van. Hij praatte meer dan mij lief was. Zijn klasgenoten vonden hem af en toe mateloos irritant. Ik snapte dat wel. Pieter had als diagnoses ADHD en Dyslexie. Dat maakte hem onzeker en hij probeerde dat met veel praten te bedekken. Af en toe ging ik naast hem zitten en zei dan: “Pieter, je hebt het helemaal niet nodig om overal op te reageren, dat hoeft niet, je bent harstikke leuk en als je je op deze manier gedraagt, krijgt iedereen een hekel aan je. Dat gun ik je niet.” Dan ging het weer een paar weken wat beter.
Oscar zat bij Pieter in de klas. Oscar had als diagnose PDD-NOS. Hij was heel stil en had bijna geen contact met zijn klasgenootjes. In de pauzes stond hij helemaal alleen tegen een pilaar aan en keek dan naar de grond. Volgens mij voelde hij zich doodongelukkig op onze school.
Ik kon dat moeilijk aanzien en ging op een dag in gesprek met mijn toenmalige directeur. Ik zie ons nog zitten. Ik zie: “ik kan niet meer aanzien hoe ongelukkig deze jongen is, hij heeft totaal geen aansluiting, dit komt niet goed. Wat gaan we er aan doen?” Ik had tranen in mijn ogen en mijn directeur was oook geraakt.
Een paar dagen later gaf ik les aan de klas van Oscar en Pieter. Pieter ging op de plek van Oscar zitten om hem een beetje te narren. Voordat ik goed en wel aan de les begon ging Oscar door het lint. Al zijn opgekropte woede en pijn kwam naar buiten. Hij ging Pieter te lijf. Gelukkig bleef ik rustig en ging ik tussen de jongens in staan. Ik zie tegen Oscar: “je bent boos dat Pieter op jouw plek zit hè? Het is belangrijk voor je hè om op je eigen plek te zitten? Dat snap ik heel goed, ik haal je nu even uit de situatie en neem je mee naar de teamleider. Kun je daar even rustig zitten”. Bij de teamleider zei ik: “Oscar dit is geen straf, maar ik wil jou tegen jezelf beschermen en ook dat het veilig is in het klaslokaal”. Oscar snapte het wel en ging rustig bij de teamleider op de stoel zitten.
Ik ging terug naar de klas en ging in gesprek met Pieter waar alle leerlingen bij zaten, niet om hem te straffen, maar om hem bewust te maken van wat zijn gedrag voor invloed had op Pieter. Pieter was erg geschrokken van de intense woede van Oscar en de andere leerlingen ook. We hebben er met elkaar over gepraat en ik heb uitgelegd hoe belangrijk het voor Oscar is dat hij op zijn eigen plek kan zitten. Pieter gaf toe dat hij dat eigenlijk ook wel wist, maar Oscar een beetje zat te plagen.
Een wijze les voor Pieter en ook een wijze les voor ons allemaal. Er is na die gebeurtenis meer zorg gekomen voor Oscar en uiteindelijk een plek voor hem gevonden die beter bij hem paste.
En hoe het verder ging met Pieter? Ondanks zijn dyslexie liet ik hem de hoofdrol spelen in een musical die ik samen met de muziekdocent regiseerde. Het was een hele lap tekst, maar Pieter dacht dat hij dat wel kon leren en ik gaf hem het vertrouwen. Hij was wat mij betreft geknipt voor de rol. Twee weken voor de einduitvoering kende hij zijn tekst nog lang niet. De andere spelers zagen het heel somber in. Ik zei: ‘Pieter, ik reken op je, je moet nu echt aan de bak’. ‘Ja mevrouw, komt goed’.
Ik had mijn zoon als lichttechnicus de techniek laten verzorgen. Heel professioneel. Ik wilde het heel serieus nemen voor de leerlingen en er een geweldige middag en avond van maken.
En Pieter? Hij speelde de sterren van de hemel. Fantastisch! Zijn ouders waren sprakeloos en snapten niet hoe hij zulke lappen tekst had kunnen instuderen. Ze waren supertrots en ik ook trouwens. “Hoe heb je dat gedaan”, vroegen zijn ouders mij. Ik zei: ‘hij heeft het gedaan, ik heb hem alleen het vertrouwen gegeven’.
Geef kinderen vertrouwen………… dan kunnen ze zoveel meer dan je denkt.
Wat heb ik genoten, mijn mooiste project tijdens mijn periode als docent.
Ik heb over deze periode een boek geschreven, getiteld ‘Zie hoe mooi ik ben’, hoe werkelijk begrip voor leerlingen alles verandert. Je kunt de eerste drie hoofdstukken hier gratis downloaden.