fbpx

In de periode van 2018 tot en met 2013 gaf ik Godsdienstles en Levensbeschouwing aan leerlingen van 12 tot 18 jaar op verschillende scholen en op verschillende niveaus. Aan het begin van het schooljaar zei ik altijd tegen de kinderen: het maakt me niet uit waar je in gelooft, maar ik wil graag ontdekken wie je bent.

Eén keer ging ik mee op schoolkamp. Dat schoolkamp zal ik nooit vergeten. Ik neem je even mee.

Ik zie dat er heel veel kinderen om één meisje heen staan. Het meisje huilt en kan niet meer stoppen. Het huilende meisje heeft mij de dag ervoor tijdens een wandeling haar levensverhaal verteld. Ze is opgegroeid zonder ouders met heel veel ellende daar omheen. Een schokkend verhaal over een leven dat je niemand gunt.

Nu huilt ze en word ik erbij geroepen en als ik kom, stuur ik de kinderen weg. Het gros gaat, maar drie kinderen blijven. Twee meisjes en een jongen en ik laat dat maar zo, want ik voel dat ze zich toch niet weg laten sturen.

Het meisje huilt inmiddels niet meer, maar ze kan ook niet praten. Alle leven lijkt uit haar getrokken te zijn. Zij is zo kwetsbaar…. zo kwetsbaar als het stof uit de aarde waar ik ooit over sprak in de kerk naar aanleiding van de tekst uit het bijbelboek Genesis 2 (over Adam en Eva).

Als je ooit in Israël bent geweest, weet je dat van die rode stof die in je kleren en schoenen kruipt nooit een mens kan worden gemaakt. Rode stof symboliseert onze kwetsbaarheid. Dus aan de ene kant zijn we volledig stof, niets: er hoeft maar iets te gebeuren of we worden weggeblazen, een confrontatie met iemand die iets tegen je zegt dat je tot in het diepst van je ziel kwetst, een geliefde die sterft of een andere gebeurtenis die je leven voor altijd verandert. Bij dit meisje was het een telefoontje. En zij………….? Zij was als het ware geen levende ziel meer, ze was als een dood vogeltje.

Volgens de verteller in Genesis, ontvang je weer kracht in al je kwetsbaarheid: als de goddelijke geest jou levensadem in de neus blaast.

En hoe kan dat gebeuren? Wat doe je als docent als iemand zo intens verdrietig is? Wat deden wij?

We waren vooral stil, gaven stille empathie zou je kunnen zeggen. Van de drie kinderen die bij het meisje bleven staan, hield één haar hand vast, de andere streelde haar haren en de derde zei af en toe iets liefs. Dertien jaar waren ze. Toen ik hen in het begin van het schooljaar vroeg: ‘geloven jullie in God’” wisten ze het niet, maar wat ze hier lieten zien was wat geloven is. Ze geloven door te doen. Geloven is doen.

Hoe lang we daar hebben gestaan weet ik niet, maar langzaam maar zeker, met horten en stoten vertelt het meisje dat ze bang is en na nog een tijdje waarvoor ze bang is en de kinderen geven alle liefde die ze hebben. Het lijkt alsof de goddelijke geest via de kinderen de levensadem in de neus van het meisje blaast. Ze komt weer tot leven! Ik zal het nooit vergeten. Onvoorstelbaar mooi. Een paradijs op aarde. 

Als leerlingen huilen zoals dit meisje en niet meer kunnen stoppen, mag je als docent stil aanwezig zijn en het verdriet de ruimte geven. Als leerlingen gedrag vertonen dat jij als lastig ervaart, kun je zelf of met behulp van iemand anders proberen te ontdekken welke behoeften er onder dit gedrag schuil gaan. Dan maak je het verschil in het leven van dit ene speciale, unieke kind, waar er maar één van is.

En luister ook nog even naar dit lied, zodat je kinderen misschien beter gaat begrijpen of jezelf beter leert begrijpen. Jezelf kennen als docent is wezenlijk voor je leraarschap. Het lied wordt gezongen door mij, onder begeleiding van Meine Verbeek, die ook de muziek gearrangeerd heeft. De tekst is geschreven door Liselore Gerritsen en is getiteld: ‘Als ze als kind’.

Wil je leren over empathisch luisteren, download dan gratis dan de eerste drie hoofdstukken uit mijn boek ‘Zie hoe mooi ik ben’, hoe werkelijk begrip voor leerlingen alles verandert.

Sonja Zwart