fbpx

Onze kleindochter was het weekend bij ons. Ze is 3 jaar. Steeds als ik iets ga doen, vraagt ze: ‘oma helpen’? Ze wil me bij alles helpen. Als ik koffie zet wil ze de schepjes koffie in het filter doen, wil ze het water in het apparaat doen, als ik de was ophang, wil ze knijperen. En dat kan ze al, omdat ze door haar moeder heel erg wordt betrokken bij het klusjes doen. Als ik tafel ga dekken wil ze de borden op tafel zetten, als ik koekjes bak wil ze roeren, kneden en proeven…

Ze helpt haar moeder thuis ook vaak, zelfs met stofzuigen. Haar moeder neemt de tijd om haar te laten helpen en ik ook. En ja, dan wordt er wel eens gemorst met de koffie, met het water, er kan iets sneuvelen. Ik laat haar helpen, omdat ze mij graag wil ondersteunen. Ook de vaatwasser wilde ze helpen inrichten. ‘Waar moet het staan oma’. Dan zeg ik ‘zet maar neer waar jij denkt dat het kan staan schat’ en dan vindt ze dat helemaal leuk.

Een ander verhaal……..

Ooit werkte ik met een jongetje van 9 die vertelde dat hij zijn vader vroeger altijd hielp met grasmaaien, ‘maar’, zei hij: ‘ik deed het nooit goed genoeg, als ik in de lengte maaide (dit waren niet zijn woorden, maar dat bedoelde hij), moest het in de breedte en als ik dan het gras niet goed genoegd opruimde, werd hij boos. Hij is heel precies. Ik help em nu niet meer, het is toch nooit goed’.Ik hoorde zo’n pijn en teleurstelling, maar ook boosheid bij dit jongetje. ‘Als je eraan terugdenkt, vroeg ik, ben je dan verdrietig’. Hij begon te huilen, ik zei: ‘je wilt hem graag helpen hè’?’ ‘Ja’, snikte hij, want mijn vader heeft vaak pijn aan zijn rug.

Twee totaal verschillende verhalen. In het laatste verhaal is er iets verstoord in het geven, waardoor het jongetje niet meer geeft. Als hem nu iets wordt gevraagd, zegt hij: ‘nee’. Dat kan er dus gebeuren als je heel kritisch bent op wat een kind voor je doet. Ik wil hiermee alle ouders en opa’s en oma’s oproepen om die natuurlijke behoefte van kinderen om te helpen, te stimuleren, ook al gaat het misschien een beetje anders en minder perfect dan wanneer je het zelf zou doen.

Dit geldt ook voor partners. Als partners heb je ook behoefte aan ondersteuning, maar jouw partner doet het misschien net even iets anders dan jij zelf. Als je daar constant kritiek op zou hebben, dan bestaat de mogelijkheid dat de ander afhaakt of met weinig plezier nog dingen voor je doet.

Als mijn man bijvoorbeeld de was ophangt, knijpert hij niet of hij hangt het net even anders op het rekje of aan de waslijn dan ik zou doen. Dan moet ik soms mijn tong ook afbijten. Het gaat erom dat je ziet dat de ander jou ondersteunt.

Als je wilt dat de ander jou steunt is het ook nodig dat je de ander vraagt om ondersteuning.

Sinds ik trainingen geef in Geweldloos Communiceren, merk ik dat vooral vrouwen het moeilijk vinden om om hulp te vragen oftewel om hun behoeften aan te geven. ‘Hij snapt toch wel dat de was opgehangen moet worden, als er een was in de machine zit’. Mijn ervaring is dat dat niet automatisch zo is en dat ik even moet vragen: ‘wil je straks de was ophangen?’

Uit ervaring blijkt dat mannen het over het algemeen moeilijk vinden om hun gevoelens te uiten.

Als we dat van elkaar weten, kan dat misschien helpen om anders met elkaar om te gaan. Als je dus als vrouw behoefte hebt aan ondersteuning, dan kun je gewoon vragen, want niet iedere man of partner of huisgenoot of kind, ziet meteen het werk. Op een bepaald moment wordt dat dan vanzelf een automatisme.

Bij ons is het zo is alles een automatisme in die zin dat wij geen vaste afspraken hebben over wie wat doet. Als ik vrij ben, haal ik ‘s ochtends de vaatwasser leeg en als ik bijvoorbeeld moet werken, haalt mijn man deze leeg. Als ik de wasmachine hebt gevuld en daarna ga werken vraag ik: ‘wil jij straks de was ophangen?’.

Op het moment dat ik stop met vragen en me ga ergeren aan wat er niet gedaan is, gaat het mis en wordt de sfeer er niet beter op. Durf dus te vragen, want een ander wil graag geven, vooral jonge kinderen.

Op het moment dat je de liefdevolle hulp van een kind beantwoordt met kritiek, kan het zijn dat het kind op een bepaald moment helemaal niks meer voor je wil doen. Er zit dan pijn, angst of boosheid op geven.

Ooit had ik een vrouw op een training die zei dat haar zoon (15 jaar) niks voor haar wilde doen. Ze had van mij tools gekregen om een verzoek te doen en dat had ze gedaan. Ze had tegen haar zoon gezegd:’Ik werk vandaag de hele dag. Ik heb wat ondersteuning van je nodig, zodat ik vanavond ook nog wat tijd voor mezelf heb. Zou jij vandaag willen stofzuigen en de vaatwasser leeg willen halen?’. ‘Hmmmmn’ zei haar zoon. Hij zei niet ja, maar zei ook niet nee. De vrouw had alle hoop gevestigd op dat hij gedaan had wat zij had gevraagd en was erg teleurgesteld dat hij niks had gedaan. ‘Het werkt niet’, zei ze tegen mij.

Ik vroeg: ‘wat heb je tegen hem gezegd toen je zag dat hij niks gedaan had?’ Zij: ‘dat hij lui en onverantwoordelijk is’.

‘Ah’ zei ik, ‘het was dus geen verzoek, maar een eis!’ ‘Ja, als je het zo bekijkt, inderdaad’, zei ze.

Je weet pas dat iets een eis is als je boos wordt als iemand niet doet wat je van hem of haar vroeg. Dat is de valkuil van het doen van een verzoek. Als je iets van een ander eist, kan die ander het doen, misschien uit angst voor straf of uit plichtsbesef, maar hij kan ook rebels worden en het niet doen.

Als je een cursus geweldig communiceren doet en begint deze manier van communiceren toe te passen bij je kinderen, kan het zijn dat je kind niet meteen doet wat jij vraagt als je je behoeften aan geeft. De reden hiervan kan zijn dat jij voorheen eisen stelde en daar zit misschien zoveel pijn en ergernis op, dat je kind eerst moet leren vertrouwen dat je geen eisen stelt, maar verzoeken doet. Op een verzoek mag ook een ‘nee’ komen, anders is het een eis. Als een kind dan vervolgens niet doet wat hij hebt gevraagd, is het de kunst om te gaan naar de behoefte van het kind.

Als een kind ‘nee’ zegt tegen iets, zegt hij ‘ja’ tegen iets anders. Er ligt altijd een behoefte onder een Nee.

Als je zo met elkaar kunt communiceren, krijg je een totaal andere sfeer in huis. Dat kost tijd. Een kind moet leren vertrouwen op jouw nieuwe manier van communiceren. Hij moet leren vertrouwen op het feit dat jij verzoeken doet en geen eisen stelt. Zo kan hij jouw behoefte van harte vervullen en niet uit angst voor straf, uit plichtsbesef of schuldgevoelens.

Een kind is dus van nature heel erg bereid om jouw behoeften te vervullen. Dat leer ik van onze kleindochter.

Bij die hele kleintjes wordt dat zo duidelijk en ik ben zo blij dat mijn schoondochter daar alle tijd voor neemt, om de hulp van haar dochtertje dankbaar en blij te ontvangen, zodat het meisje het gevoel heeft dat ze haar mama helpt en bijdraagt aan haar welzijn en dat geeft haar eigen-waarde en plezier.

Als je dus jonge kinderen hebt, geef hen klusjes en toon je blijdschap als ze dingen voor je doen. Leg het accent op je blijdschap omdat ze je helpt en niet op wat mis gaat of stuk gaat Als er iets sneuvelt, zeg dan: ‘dat geeft niks, dat kan gebeuren als je helpt’.

Probeer niet heel erg boos te worden op heel jonge kinderen en hen niet op de kop te geven, want jonge kinderen denken dan dat zij helemaal fout zijn. Ze kunnen nog niet differentiëren. Als je hun gedrag afwijst, denken ze dat je hen helemaal afwijst. Ze kunnen dan een overtuiging ontwikkelen: ‘ik ben niet goed genoeg’. Er zijn zoveel volwassenen die deze overtuiging over zichzelf hebben……

Kinderen doen jou nooit bewust pijn doen. Ze zijn aan het spelen. Ze willen jouw reacties testen. Ik merkte dat dit weekend ook. Als ik mijn kleindochter ‘s avonds de pyama aan wilde doen, rende ze weg. Dat vindt ze leuk, dat is haar spel. Ik reageer niet en wacht rustig af of ren achter haar aan en maak er een geintje van. Probeer er een geintje van te maken in plaats van heel boos te worden, omdat je zelf moe bent of gefrustreerd bent over je dag die net iets anders ging dan jij had gehoopt. Je kind kan daar niks aan doen.

Op een bepaald moment komt je kind dan wel, dat is tenminste mijn ervaring. Maak de dingen niet te groot. Ik zeg dan tegen haar: ‘wat help je oma weer fijn, nu kunnen we de pyama aantrekken, dankjewel dat je bent gekomen, ik ben helemaal blij. Kunnen we zo lekker naar bed en een boekje lezen’.

Probeer niet boos te worden, maar geef duidelijk en rustig je grenzen aan. Maak er niet meteen een drama van als een kind twee of drie keer wegrent, omdat ie bijvoorbeeld geen luier om wil.

Het is een spel, probeer mee te doen aan het spel van je kind en niet extreem uit je slof te schieten, want echt dat is zo verdrietig voor het kind en kan heel hard binnenkomen bij een jong kind. Ik hoor dat terug van kinderen die ik begeleid. Ze weten nog precies wanneer één van de ouders heel erg boos op hen was.

Eer het kind omdat hij jou wil helpen om jouw behoeften te vervullen en laat zien dat je daar blij van wordt. Dan geef je het kind een gevoel van dat het belangrijk is dat hij bijdraagt aan jouw welzijn, want dat wil een kind graag: van betekenis zijn.

Zoals wij allemaal……………. toch?

Als je gaat ontdekken dat iedereen graag je behoeften wil vervullen, mits het niet een eis is, gaat er echt iets veranderen in jouw huis en in het contact met je kinderen.

Heel veel succes!

Als je liever de podcast beluistert over dit onderwerp, klik dan op onderstaande link:

https://anchor.fm/sonja-zwart9/episodes/Oma–helpen–Onze-natuurlijke-behoefte-om-de-behoeften-van-anderen-te-vervullen-eu0pi3